zondag 18 mei 2008
Et c'est fini!
Er zijn dus toch nog dingen waarvoor ik me kan schamen.
Ons project is dan weer iets waar ik toch trots op kan zijn. Ondanks het EMI en haar kinky personeel, ondanks MACos X die meer vastdraaien dan mijn PC, ondanks Jo die de dag voor de deadline komt controleren *zucht*.
Ik verzeker u trouwe bloglezer/es, er zijn heel wat momenten geweest dat uw geliefde Conscienceredactie meer weghad van panikerende Irakezen dan van een redactie. Ik monteer ze even in line voor u:
Onze quotes staan er niet op! fuck. Stijn kijkt me aan met een verwilderde blik. Ik ben kwaad en uit de volgende profetische woorden: "die assholes van het EMI met hun kl***materiaal! They'll be the first ones against the wall when the revolution comes!." Jeroen repliceert droogweg: "maar die staan der dus echt ni op he."
Hey Christophe waar is ons statief? NEEEEE. Da ligt nog in "de rots". Yours truly loopt terug het bewuste café binnen. Om even later met rood gezicht terug buiten te lopen, mét statief.
Zeg waar is de jeroen? Kweeni Stijn. Wij moeten toch gaan filmen? Ja, dan gaan we zonder hem. bip, berichtje: (Jeroen)"Ik ga er vandaag niet geraken, filmt maar zonder mij." Verdomme, den enigste die deftig kan filmen van onze groep ligt in bed.
Zeg waar is de Stijn? Kweeni Jeroen. Wij moeten toch gaan filmen? Ja, dan gaan we zonder hem....
Zeg waar is Christophe? In bed met de grootste Tequila-kater in de geschiedenis van de mens. 2 dagen koppijn. Totally wasted, completely shit-faced, ...etc.
Allez, nog rap ff die sleutel van Caroline haar kot teruggeven. kling. *geluid van een sleutel die in een keldergat valt* -FREEZE- Jeroen: neeeee, da meent gij ni.
Stijn: allez, gast. IK: nee, da's godverd ni waar he. akkerdju. Hoe kan da nu.µ
Jeroen: Christophe joeng, dommen eikel. Die Caroline vermoord ons!
Ik: Ons??? Mij ja. Allez, nu moet ik da gaan zeggen dak hare sleutel heb laten vallen. She will eat me alive.
!PANIC-ZONE!
Maar uiteindelijk is alles goed gekomen. Het resultaat van al deze waanzin is nu te zien op youtube en op onze blog. *cheering*
And then the man, he steps right up to the microphone
And says at last, just as the time bell rings
"Goodnight, now it's time to go home"
And he makes it fast with one more thing
"We are the Sultans, we are the Sultans of Swing"
woensdag 14 mei 2008
Terugblikken op een vooruitzicht
Triestig hé
Ochja misschien wel. Al moet ik eerlijk toegeven dat ik blij zal zijn dat ik van al deze zever af ben. Het is mooi geweest, maar ik ben het kotsbeu. Nah, ik heb het gezegd. Zeg nu nog eens dat de jeugd niet meer eerlijk kan zijn.
Nee ik ga hier niet de negatieveling (is dat een woord?) uithangen.
Ik heb veel geleerd het voorbije half jaar. De pracht van de MAC computers in het EMI (oké dat klonk een beetje te cynisch). Ik heb er op gevloekt, ik heb ze meerdere keren door het raam willen gooien van frustratie. Maar uiteindelijk, als het puntje bij paaltje komt, is het allemaal zo slecht nog niet. Die heerlijke wissen ongedaan maken knop heeft ons veel leed bespaard.
Zelfs bloggen viel best wel mee.
Ik moet toegeven dat ik nog altijd een beetje sceptisch sta tegenover de tsunami aan blogs die als paddestoelen uit de grond rijzen (twee keer beeldspraak in een zin, wie doet beter?). Ik betwijfel in alle eerlijkheid of er iemand buiten Plantijn naar deze blog is gesurft. Maar ik kan me vergissen natuurlijk.
Wie nu mijn naam intypt op Google komt wel terecht op de blog. Dat is iets om blij om te zijn. Vroeger gaf de zoekterm 'Jeroen Van Boxem' als eerste hit een website van het middelbaar weer met een wel erg debiel prentje van eerdergenoemde persoon. Daar zijn we dan ook weeral vanaf.
Zie je wel, er zit een positieve kant aan alles
Behalve aan examens. Zeker aan een examenrooster waar je ELKE dag een examen hebt. Geen dagje tussen, niks. Danku Plantijn. Ik hoop dat u er van geniet om veel hardwerkende tweedejaarsstudenten een tweede zit te bezorgen. Ik kijk al uit naar de pintjes de op de laatste dag. Er zijn grenzen aan alles, behalve bier.
Als dat geen zin is om een post mee af te sluiten, dan weet ik het ook niet meer.
Uw dierbare blogvriend,
Jeroen
Bijna finale montage
dinsdag 13 mei 2008
Vertraging...
*zucht* Heerlijk toch die Belgische internetpolitiek...
Het moment waarop iedereen wacht
*enerverende stilte*
...
Onze montage: "Conscienceplein: The Movie" is af. Ja hoor, u leest het goed! Wie had ooit gedacht dat drie 'krabbers', drie 'lowlifes' in staat zouden zijn om een filmpje van 2 minuten ineen te boksen.
Aan alle non-believers, start believing. Het is er. Het is af, en het is goed. De beelden zullen iedereen van hun sokken blazen, de muziek zal hen in een euforische trance wiegen.
Het filmpje wordt momenteel vollen bak geüpload (trema? geen trema? koppelteken? godverd...) naar Google video. Zodra het geüp...klaar is komt er meteen een link op de blog.
Kan je de spanning al in de lucht voelen? Benieuwd naar het resultaat? Blijf dan het komende half uur onafgebroken op de refreshknop van je browser klikken...
Jeroen out!
*daverend applaus*
Edit: Voor iedereen hier een spontaan orgasme krijgt, onze hemelse stemmen zijn nog niet te horen in het filmpje. Die worden hopelijk morgen ingesproken. Waarom niet vandaag hoor ik u denken?
Christophe had een kater. Daarom niet. :D
dinsdag 6 mei 2008
Marginaal
Hier heb je de kans om stil te staan bij de dingen. Je gedachten even op iets anders zetten. Weg van de erop los consumerende massa die zich verplaatst op het ritme van de billboards. Een massa bestaande uit individuen, met eigen wensen en verlangens, doch bevangen door een collectieve en eeuwigdurende koopwoede.
De hippies en hun gedachten van weleer hadden een grotere vijand dan een conservatief stadsbestuur met hun blauwe marionetjes. Zij vochten tegen een wereld waarin alles te koop is. Tegen een wereld waar hun ouders blind meevaren op een allesverslindende droom goederen die het leven aangenamer maakt. Zij waren er van overtuigd dat ze de wereld konden veranderen, maar stonden geen kans tegen de "welvaart".
De mens is slachtoffer geworden van zijn eigen dromen, en die dromen hebben de vorm aangenomen van een reclamespot. Geluk is vlakbij, je moet gewoon de poen hebben.
Hippies worden ook oud, en hun visie op de wereld zal hiermee veranderen. Enkelen geven nog altijd niets om wat ze bezitten. Het allernoodzakelijkste is voor hen al wat nodig is. Hun geluk zoeken ze verder dan de nieuwe big screen tv...
maandag 5 mei 2008
The Slip

Een paar maanden geleden liet Trent Reznor, de frontman van de Amerikaanse metalformatie Nine Inch Nails, zijn album 'Ghosts' op ons los. Niets speciaal zal u denken, maar niets is minder waar. 'Ghosts' was een album dat volledig los van een platenmaatschappij gemaakt werd. Je kon het dus ook gewoon downloaden via Trent's website. De eerste 10 nummers waren gratis. De andere 30 + artwork en extras kon je krijgen voor 5 dollar(!).
Ghosts was een experiment, een collectie van soundscapes. Nu enkele maanden later surf ik toevallig naar Nine Inch Nails' website. Links in de bovenhoek lees ik 'The Slip - Free Download'. Tof een nieuw nummer dacht ik.
Niks van, geen nieuw nummer. Een heel nieuw album ja! Gratis en voor niks. Een cadeautje van Trent schrijft hij zelf op zijn frontpage. Omdat zijn fans hem al die jaren zijn blijven steunen.
Toch tof om te weten dat er nog artiesten zijn die denken aan hun fans en niet alleen aan hun centen.
Bij deze een welgemeende THANK YOU TRENT
Allen naar www.nin.com !
edit: Voor iemand mij probeert aan te klagen voor het gebruik van een foto die niet van mij is. Al Trent's nieuwe materiaal, ook zijn foto's, worden vrijgegeven onder het Creative Commons License. Niks diefstal. Nah! :D
eerste aanzet tot researchopvulling
Conscienceplein Facts en figures
Oorspronkelijk, zo rond 1585, noemdde het plein “Jezuïtenplein”, i.p.v. Hendrik Conscienceplein. Het opvallendste aan het plein is de barokke gevel van de kerk die op een altaar lijkt. Naar verluidt zou Rubens mee de hand in het ontwerp van de kerk hebben gehad.
De bouw zelf nam slechts 6 jaar in beslag, van 1615 tot 1621.
De meeste andere gebouwen zoals de bibliotheek zijn ook door de Jezuïten gebouwd. Nadat ze na decennia van godsdienststrijd eindelijk de kans kregen om zich voorgoed te vestigen in Antwerpen spaarden ze kosten noch moeite om de Sinjoor terug de kerk in te krijgen.
Intro Radio???
De geschiedenis heeft van dit plein een plek vol contrasten gemaakt: waar nu gidsen aan toeristen vertellen over de barokke pracht van de kerk, stonden in de jaren ‘60 progressieven als (naam vlaamse klein kunstzanger?) en Panamerenko te protesteren tegen de staat en koning auto.
Ook Koen calliauw is zo een van die soixenthuitards. Voor hem is dit plein een trip down memory lane, back to the sixties.
We spraken met hem af op een winderige maar zonnige dag onder de enige boom van het plein.
(Enter uitleg van Koen over die boom)
zondag 4 mei 2008
Crossroads II
Uiteraard dekt die vlag de lading niet. Dat doen vlaggen zelden trouwens.
Wat ze wel doen is wapperen. That's it. Niets meer, niets minder.
Ik heb altijd gedacht dat een wapperende vlag iets had. Als ik naar vergeelde foto's keek van de vlag op iwo jima. Of onder een regimentsvlag stond in St-Pauls cathedral.
Ik dwaal af. Wat er nog meer in dit project zit zijn kleine, onoogelijke zaken, die toch alle verschil van de wereld maken voor het welslagen van dit project.
Of eender welk project for that matter.
Hartelijk lachen om een sleutel die in de kelder zit en dan met benepen hartje dit gaan vertellen aan de eigenaar.
Een glas wijn krijgen van de Patrick.
Of in de rots zitten en bij pot en pint onszelf op de borst kloppen: "Wij hebben dat goed gedaan vandaag."
En weten dat er nog veel te doen is, maar dat kon ons even niet interesseren.
Nu is er nog steeds veel te doen. Maar iets minder dan in het begin.
De eerste stap van een reis van duizend passen is de moeilijkste. Zo placht men te zeggen (nooit gedacht dat je dit woord op een blog zou lezen he).
ZEVER! Alle 999 passen daarna zijn even zwaar. Maar je weet dat met elke pas die je zet er één achter je ligt.
Zoals gezegd is het bijna afgelopen. Binnen 2 maanden is deze blog zo zielig en verlaten als een katje in de regen.
Daarom alvast:
Dank u lezers om uw tijd hiermee te verspillen
dank u maten om te posten omdat ik anders niet stop met zagen
dank u plantijn om mijn belastinggeld op zulk een lovenswaardige manier over de balk te smijten. Ik zou geen betere besteding kunnen opnoemen dan het aanzetten van jongeren tot schrijven.
P.S.: (aan de TDF)JA weer een post gevuld met moeilijke woorden. Het spijt me niet in het minst.
P.P.S.: spelfouten in deze tekst kunnen vierkant den boom in. Thoreau, Walden en Eliot hadden allemaal correctrices. HA!
Waarom eigenlijk?
De zin die daarbij hoort is: ...doet een blog uitstijgen boven het plaveisel van the net?
In de eerste plaats is er het uitzicht. De Lay-out. Maar die kan er op zijn best slechts voor zorgen dat de mensen mild geïnteresseerd beginnen lezen. That's it.
De inhoud is dus belangrijk. Al wat rond die inhoud hangt (youtube, google, coca-cola, ons moeder, ...) is onbelangerijke franje. Zoals kroketten naast een chateaubriand.
Wat er toe doet zijn zinnen zoals deze: "Hoog tijd dus voor de introductie van een nieuwe topic. Een onthullende kijk in het verleden. Een verleden vol drugs, prostitutie en drugs. Maar ook een terugblik op een tijd vol schoonheid en vrijheid."
Nu volgt uit dit antwoord de volgende vraag: hoe komt die inhoud tot stand?
Een korte handleiding.
1. Schaf uzelf (of voor de minder geletterden onder ons 'koop') een serieuze hoeveelheid bier aan.
2. Zorg dat je om de een of andere reden een -op het eerste zicht- nutteloze opdracht moet doen. Liefst iets saai waar je dan nog over moet schrijven ook.
3. Vermeng punt 1 en 2.
Wat een belachelijke blog allemaal teweeg kan brengen...
Dat en nog meer.
Die 'meer' is het feit dat ik tot mijn ontzetting heb waargenomen dat er hier 3 schrijvers zitten ipv studenten. JAja, echte schrijvers.
Dat valt tegen he Plantijnlectoren. En jullie maar denken dat wij voor atv gaan werken. *kuch* naiëf *kuch*
Een voorbeeld: Jeroen zijn "ooit op het cosncienceplein". Om er maar een parel uit te halen.
Literatuur op het internet posten (zeker in het Nederlands) is zoiets als parels voor de zwijnen. En aangezien we een researchdossier moeten opvullen de komende week zal er zeker een "best of den blog" in zitten.
Literair Vlaanderen, wees gewaarschuwd.
Gestolen camera
Dat uw camera gepikt is tot daar aan toe, maar dat mijne mailbox vol zit en dat er nu te weinig camera's zijn is alles behalve plezant...
Filmen
ons plein? ja ons plein.
partick de uitbater is kunsthistoricus. en wijnkennner.
ZEER aimabel man.
maar die camera's van plantijn die zelden dienst doen zijn fuckin' crap!!!!!!
stress
ik stuur hem straks nog wel door.
maar daar gaat deze post niet over.
hij gaat wel over stress!
te veel werk, te weinig tijd.
stomme dossier personnel.
De allereerste poging
edit: Je kan best je geluid afzetten, aangezien er nog geen muziek is onder gemonteerd...
Ooit op het Conscienceplein... Het opvangcomité P
Werkt u? En uw vrouw? Gaan de kinderen nog naar school?
Als u op de bovenstaande vragen driewerf ja antwoordt, dan bent u waarschijnlijk wel bekend met het fenomeen ‘kinderopvang’. Meestal is de kinderopvangdame, of hoe heet zoiets, een oudere dame met een dikkere omvang. Een beetje zoals een forse kloek die over haar kuikentjes waakt. In de jaren ’60 was dat niet waar geweest. Toen moesten de kinderopvangdames een wespentaille hebben om aan de bak te komen.
Verbaast? Verontwaardigt? In een deuk van het lachen?
Terecht! Ik zal meteen met de deur in huis vallen. Vroegen waakten de prostituees over uw kinderen. Ja inderdaad! De prostituees. De dames van plezier. De hoeren.
Uit de vorige afleveringen van ‘Ooit op het Conscienceplein’ heeft u waarschijnlijk al kunnen afleiden dat de straten er niet geplaveid waren met goud en diamanten. De mensen waren er arm. Ze hadden amper ne nagel om aan hun gat te krabben. Om het op zijn Antwerps te zeggen.
Alleen als er hard gewerkt werd stonden er ’s avonds boterhammen op tafel. En heel misschien een beetje beleg. Voor kinderopvang was er dus zeker geen geld. Maar je kon die luidruchtige en hyperactieve koters toch moeilijk heel de dag binnen houden. Dan zaagden ze je de oren van de kop. Je kon er moeilijk op blijven slaan hé.
De kinderen zaten dus buiten op straat. Aangezien dat de vaders er niet waren om hen in het oog te houden, en de moeders de hele dag bezig waren met het wassen van diens vuile onderbroeken, moest er iemand anders toezicht houden. En wie beter dan de dames de die hele dag bijna niets anders deden dan door een raam kijken.
Volgens de overlevering is het hele proces eigenlijk een beetje vanzelf op gang gekomen. Moeders moesten toen immers niets hebben van prostituees. Dat vuile addergebroed zat vol ziektes en probeerde constant hun mannen af te pakken. Nee, de dames van plezier zijn, net als alle andere vrouwen, geboren met een stevig moederinstinct.
Elke dag zagen ze de kinderen uit de buurt voor hun raam spelen. Van achter hun glazen scheidingswand konden ze hen enkel gadeslaan. Toch ontstond er een soort band. Ze spraken nooit, keken elkaar amper in de ogen. Maar toch was hij er. Die band. Als je aan ‘hun’ kinderen kwam, zouden zij er wel voor zorgen dat er bij jou nooit nog kinderen zouden komen.
En zo ontstond de eerste kinderopvang op het Conscienceplein. Zij het uit eerder onverwachte hoek. De dames van plezier, de prostituees.
Het opvangcomité P.
Ooit op het Conscienceplein... Luc op zijn Stoel met een Darmonsteking
“There's a uh, big machine in the sky, some kind of, I dunno, electric snake, coming straight at us. “
“Shoot it.”
“Not yet, I want to study its habits.”*
Geen idee wat hier aan de hand is? Maak je geen zorgen, ik ook niet. Om de bovenstaande onzinnige zinsnede zinnig te interpreteren moet je ongetwijfeld een kind van de Sixties zijn.
De Sixties, die zaligmakende tijd waar er buiten geneukt werd op kinderkopjes. Een tijd waar moeders hun kinderen nog ongestraft een pak rammel mochten geven. Een tijd waar de vrouw achter de haard zat, en de man op café met een jenever voor zijn neus. Prachtige tijd toch hé, die Sixties.
Ook op het Conscienceplein was het niet anders. En Luc, op zijn Stoel met een Darmontsteking, sloeg alles gade. Je kon je rug niet keren of daar was hij. Met zijn grappige roze bril en zijn fantastische verhalen. Verhalen over dingen die zo fantastisch waren dat zelfs een tienjarige ADHD’er op speed ze niet zou kunnen bedenken.
En zo werd Luc, op zijn Stoel met een Darmontsteking, ieders beste vriend. Jonge rebellen, vooral die olijke bende uit het Pannenhuis, waren gefascineerd door hem. Zijn reisverhalen inspireerden hen om de gekste dingen op doek te kladden. Vreemde schilderijen vol fleurige kleuren en abstracte vormen. Dingen waar niemand iets van begreep. Behalve als je Luc, op zijn Stoel met een Darmontsteking, kende. Dan werd het allemaal kristalhelder.
Maar de hemel bleef niet rooskleurig. Al snel vond de politie dat het genoeg was geweest. Die Luc, op zijn Stoel met een Darmontsteking, had een slechte invloed op de jeugd. Hij was gevaarlijk. En zo werd hij verbannen naar de donkere hoekjes en steegjes van het plein. Waar de jongeren hem konden vinden om naar zijn reizen te luisteren.
Het was dan ook in die tijd dat Luc, op zijn Stoel met een Darmontsteking, zijn naam veranderde naar iets korter. Iets dat lekker bekte.
Hij koos uiteindelijk voor LSD. Luc, op zijn Stoel met een Darmontsteking.
* Fear and Loathing in Las Vegas; na het innemen van LSD
Dienstmededeling
U zal waarschijnlijk al gemerkt hebben dat ik de laatste dagen een hele resem nieuwe posts heb eeeuhm gepost. Ik was namelijk al enige tijd bezig aan mijn nieuwe item 'Ooit op het Conscienceplein'. Ik schreef de teksten thuis op mijn computer, en het was de bedoeling om ze in delen op de blog te posten.
Elke post, die er nu 1 lange is, moest dus eigenlijk onderverdeeld worden in 3. Kwestie van de spanning er wat in te houden. Mijn geniale plannetje is echter mislukt omdat ik domweg vergeten ben mijn berichten te posten.
Ik was er namelijk heilig van overtuigd dat ik ze op de blog gepleurd had, maar ik heb me schamelijk vergist.
Om mijn fout recht te zetten heb ik alles dan maar ineens op de blog gegooid. Er komen trouwens nog meer delen van 'Ooit op het Conscienceplein' aan.
Hou de blog dus zeker in de gaten voor meer historisch vertier!
Uw verwarde blogposter (postblogger?)
Jeroen
zaterdag 3 mei 2008
Ooit op het Conscienceplein...Een wei?
U leest het goed. Een wei. Zo’n groen ding vol gras en bloemetjes. En af en toe een koe. Of een paard. Of een schaap. Misschien een geit. Of twee. Sorry.
Als u ooit al eens op het Conscienceplein geweest bent, en ik hoop voor u van wel, dan zal u ongetwijfeld iets merkwaardigs opgevallen zijn. Die boom. Wat doet die boom daar in ’s hemelsnaam?
Om dat te weten te komen moeten we terugkeren naar een tijd waarin het woord ‘penis’ nog een vuil woord was. Toen baby’tjes nog in kolen groeiden en aan huis gebracht werden door de ooievaar. Een beetje zoals Pizza Hut, maar dan met pizza’s en brommers.
Zoals u wel weet is het Conscienceplein bedekt met een dik tapijt kinderkopjes. In de verste verte is er geen sprietje groen te zien. Nu ja, als je de ‘kruiden’ niet meetelt die in het geniep tussen de sigaretten worden gerold… De kunstenaars en ander gespuis in het Pannenhuis hadden er genoeg van. Zij vonden dat het hoog tijd was om groen te introduceren op hun mooie plein. Natuurlijk wilden de politici niet luisteren. Natuurlijk werkte de politie tegen. Maar het zou Panamarenko en zijn vrolijke trawanten allemaal worst wezen.
Panamarenko kreeg het geniale idee om het hele plein te bedekken met gras. Nu weet zelfs de meest omhooggevallen stadsrat dat gras niet groeit op kinderkopjes. Ik had hier nu een erg vulgaire mop kunnen maken, maar heb op het laatste nippertje toch besloten om me in te houden. Moving on!
In die tijd bestonden er geen kunstmatige grasmatten. Van die plastieken rollen die je tegenwoordig bij den boerenbond kan kopen voor een appel en ei. Als je er in de zomer op gaat liggen zonder handdoek zie je er nadien uit als een mislukt speldenkussen. Een egel zonder stekels. Of een zwaarlijvige fakir.
Panamarenko had gras nodig. Waar vind je gras. Juist ja, op den boerenbuiten. Hij laadde zijn wagen vol tuinmateriaal en potige kerels en reed naar een afgelegen stuk weiland. Een heel veld moest eraan geloven. Alleen de koeien bleven verweesd achter.
En zo werd het Conscienceplein een wei. Weliswaar zonder koeien, paarden, schapen, of geiten. De mensen wisten niet wat ze zagen. Een ware verademing in het stenen Antwerpen.
Het gemeentebestuur heeft dan maar zijn goed hart laten zien. Er zou een boom geplant worden op het Conscienceplein. Een boom. Één!
De zoveelste overwinning voor Panamarenko en zijn trawanten. Echte rebellen die jongens.
Ooit op het Conscienceplein… Een winterse zomer
Bende smeerlappen. Rijke stinkers in hun Mercedes-Benz . Zondaars. Luchtvervuilende rotzakken.
Als je nu op het Conscienceplein rondwandelt, kan je dat haast met je ogen toe. Het is er rustig en kalm. Buiten de hordes buitenlandse toeristen, de weinige fietsen, of de enkele wagen van de gemeente, is er bijna geen verkeer op het plein. Je kunt er rustig op de grond gaan zitten om te genieten van de zon, zonder dat een of andere onnozelaar je tenen tot moes maalt met zijn veel te grote velgen onder zijn veel te grote jeep. Zo’n potsierlijke Landrover. Of een Hummer. Met een madam onder haar stuur, omdat ze niet groot genoeg is om boven haar dashboard uit te kijken.
Ooit was het anders. Vroeger kon je het Conscienceplein vergelijken met een autosnelweg. De auto’s vochten er een bittere strijd uit om toch maar de dichtste parkeerplaats bij het restaurant te kunnen bemachtigen. De rijke stinkers die een heerlijke biefstukfriet naar binnen kwamen werken onder de ogen van de arme plaatselijke mensen.
Op de barricades moet Panamarenko gedacht hebben! Ja ik keek ook vreemd op toen ik de woorden ‘Panamarenko’ en ‘gedacht’ in dezelfde zin hoorde. Panamarenko en zijn kunstenaarsvrienden waren welgekende gasten in het Pannenhuis, het volkscafé van het Conscienceplein. Ze waren het beu dat die rijke stinkers heel hun plein kapot reden met hun auto’s. De politie weigerde mee te werken, de restaurantuitbaters nog veel minder. Die hadden nog liever hun kinderen geofferd aan de duivel.
Tijd voor actie! Op een vroege zomermorgen trok Panamarenko naar de winkel achter de hoek, en bestelde 20 gigantische ijsblokken. Met man en macht werden de blokken naar de ingangen van het plein gebracht, waar ze op elkaar gestapeld werden. Binnen de kortste keren smolten de blokken vast aan elkaar. De blokkade was opgeworpen, laat die flikken maar komen!
De politie rukte uit en beval Panamarenko en zijn trawanten om de blokkade te verwijderen. Panamarenko antwoordde doodleuk dat hij niet zou weten hoe.
De brandweer rukte uit. Ook zij wisten niet wat ze moesten doen. Panamarenko lachte zich een driedubbele breuk.
En zo was het Conscienceplein toch voor een dag autovrij. Enkele jaren later werd het plein effectief autovrij gemaakt. De middenstanders, die moord en brand geschreeuwd hebben, hebben nog nooit zo veel volk over de vloer gehad.
Panamarenko’s winterse zomer heeft het Conscienceplein gered van de benzineslikkende monsters.
Ooit op het Conscienceplein… De Man met zijn Doedelzak
Enkele oudere mensen zitten voor hun huis een tasje thee te drinken in de prille lentezon. Veel geld hebben ze niet, bezittingen nog veel minder. Een dak boven hun hoofd, de klompen aan hun voeten, en de kloven in hun handen. Een restant van de ruwe touwen in de haven. We bevinden ons in de jaren ’60. Een tijd die getekend wordt door dualiteit.
Enerzijds was het leven mooi. Iedereen kende elkaar. Als iemand hulp nodig had, hoefde hij het zelfs niet te vragen, de mensen waren er voor elkaar. Anderzijds was er de kerndreiging, de angst voor een nieuwe oorlog, en het trauma van de twee vorige dat nog niet helemaal verwerkt was.
Maar terug naar de mensen met hun tas thee. Kamillethee naar alle waarschijnlijkheid. Oude mensen drinken haast niets anders. Al slurpend van hun thee, kijken ze in het rond. Links van hun zien ze de fiere Conscience op zijn sokkel zitten, rechts staat de Jezuïtenkerk, en vlak voor hen het Pannenhuis.
“Ja dat Pannenhuis, dat is toch een merde zenne!” zouden ze tegen elkaar mompelen. “Een kot vol hoeren en snotneuzen die niet willen werken. En maar onnozele tekeningskes maken. Bende leeglopers!” Bompa zou instemmend knikken met zijn oude hoofd en aan zijn grote oren krabben. Bomma zou snuiven en op de grond spuwen. De vetzak.
Het was in dat Pannenhuis dat de Man met de Doedelzak woonde. Ergens boven in een armtierig zolderkamertje bedekt in stof. In de zomer was het er snikheet. In de winter regende het soms zo hard, dat je al even goed buiten kon gaan liggen. De Man met de Doedelzak had zijn bizarre instrument ergens gekocht op de rommelmarkt. De oude Schot die het hem had verkocht beweerde dat je er hemelse klanken mee kon produceren. 150 Frank, meer niet had de Man toen nog Zonder Doedelzak gezegd. En zo geschiedde.
Uren lang zat hij op zijn zak te blazen. Het ding smaakte een beetje naar een bejaarde geit, maar moedig zette hij door. De buren kwamen vaak klagen, ook die twee oude zagen aan de overkant. Maar hij luisterde niet en blies lustig verder op zijn doedelzak.
Ja de Man met de Doedelzak was een eigenwijze man. Wannes Van De Velde is altijd al een koppige aap geweest…
Ooit op het Conscienceplein… een inleiding
Tegenwoordig is het Conscienceplein voor veel Antwerpenaars niet meer dan de zoveelste toeristische trekpleister. Maar achter de opgepoetste gevels van de hippe bars en restaurants schuilt de donkere schim van het oude Conscienceplein. Een schim die tegen schenen schopte. Een vechtersbaas. Een straatkind. Een kunstenaar.
Hoog tijd dus voor de introductie van een nieuwe topic. Een onthullende kijk in het verleden. Een verleden vol drugs, prostitutie en drugs. Maar ook een terugblik op een tijd vol schoonheid en vrijheid.